Zorgethische opstellingen

Naam

Zorgethische opstellingen 1 Deze methodiek valt niet onder de noemer “meer eenvoudige overlegvormen”: hij neemt 2, 3 uur in beslag. Maar ik meen dat hij ook niet valt onder de definitie van moreel beraad. Daarom breng ik hem onder bij de “Andere overlegvormen”

Ontwikkeld door

Oorspronkelijk werd dit ontwikkeld door Marian Verkerk 2Verkerk Marian, ‘Zorgethiek: naar een geografie van verantwoordelijkheden’ in Manschot Henk & Van Dartel Hans, In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk, Amsterdam: Boom, 2003, p. 177 – 190 maar ze werd verder uitgewerkt door Vivianne Baur, Marieke Breed en Merel Visse 3 Baur Vivianne, Breed Marieke & Visse Merel, Embodying moral space: exploring a care ethical constellation tool for moral deliberation, in SAGE Open, Vol 12 (2022, nr. 2, 22 p.,gedownload van het internet via URL: https://journals.sagepub.com/doi/epub/10.1177/21582440221094603

Wat?

Deze methode vertrekt van zorgethiek als ethische discipline. Daarbinnen wordt moreel begrip verweven in alledaagse sociale praktijken, in dynamische routines en relaties tussen mensen die werken en leven in zorginstituties. Binnen deze instituties leven mensen met elkaar, maken afspraken met elkaar en beïnvloeden ze elkaar, waardoor hun identiteiten, relaties en verantwoordelijkheden op elkaar afgestemd geraken. Margaret Urban Walker noemt dit het collaboratief-expressief model van moraliteit: het morele leven is voor haar een voortdurende onderhandeling tussen mensen , waarbij ze elkaar wederzijds belangrijke verantwoordelijkheden toebedelen, toe-eigenen of ontzeggen en daarbij ook begrijpen wat daarvan de consequenties zijn. Dit staat dus tegenover het theoretisch-juridisch model van moraliteit dat gebaseerd is op een logica van veralgemening en abstractie en daardoor een uniform oordeel mogelijk maakt over gelijkaardige casussen. Dit model benadert zorg als een relationele praktijk. Maar het is ook een praktijk die betrekking heeft op het lichaam van de betrokkenen. 4 idem p. 3 De methodiek zorgethische opstellingen, wil precies deze relationele praktijk vanuit een lichamelijke benadering onderzoeken.

Hoe?

Men vertrekt van een concrete zorgpraktijk waarin er twijfels zijn of er wel goede zorg wordt verleend. Dat kan zowel in de privésfeer zijn (bv. een opvoedingssituatie) als in de professionele sfeer. Daarbij wordt er nagegaan wie er allemaal een rol speelt in deze situatie. Dit wordt genoteerd op een flip-over. Daarop worden rollen aangeduid: de deelnemers kiezen een van de betrokken personen en positioneren zich in de ruimte waarbij ze door hun onderlinge positie trachten uit te drukken hoe de verschillende actoren zich tegenover elkaar verhouden. Daarop worden ze uitgenodigd om af te gaan op hun lichamelijke waarneming en zich in de ruimte te verplaatsen tot ze aanvoelen dat dit goed zit. Uiteraard zal dat een dynamisch proces worden: wanneer een persoon zich verplaatst, kunnen ook anderen weer inspelen op de verplaatsing van die persoon door zelf ook een andere positie te kiezen, enz. Er wordt op die manier een onderzoek gedaan naar de onderlinge relaties, door lichamelijke interactie, en niet zozeer door erover te praten.

Fasen
  1. Introductie door de begeleider (10 minuten)
    • De begeleider introduceert een algemene vraag als richtlijn om de zorgethische constellatie te onderzoeken: “Hoe ervaren de mensen die in de zorgpraktijken in deze organisatie betrokken zijn, de zorg en hoe ervaren ze hun onderlinge relaties en zorgverantwoordelijkheden?
    • Er wordt een overzicht gemaakt van de personen die betrokken zijn in de zorgpraktijken in deze organisatie. De namen worden door de gespreksleider op een flip-over genoteerd.
  2. Begeleide meditatie rond lichaamsbewustzijn ( 10 minuten) De deelnemers vormen een cirkel en worden begeleid in een aantal oefeningen om zichzelf te gronden en lichaamsbewustzijn op te roepen: bv. een lichaamsscan, bewust leren ademen, de focus leggen op het contact tussen voeten en vloer, het lichaam schudden om spanningen weg te werken.
  3. Opstelling (45 minuten) Een deelnemer wordt uitgenodigd om de opstelling te creëren. Die beslist welke functies uit het overzicht op de flip-over, moeten opgesteld worden, in welke volgorde dat gebeurt en wie die functie moet representeren. De begeleider gaat na wat de deelnemers in de opstelling ervaren (fysieke ervaringen, emoties). Telkens iemand ervaart dat zijn positie in de opstelling niet representatief is voor de huidige situatie, worden door de deelnemers veranderingen voorgesteld en doorgevoerd.
  4. “Ideale opstelling”(45 minuten) De deelnemers worden uitgenodigd om zich te positioneren zodanig dat dit de voor hen ideale opstelling vertegenwoordigt. Dit kan leiden tot andere opstellingen dan de oorspronkelijke. Deze varianten zijn dan aanleiding tot een gesprek in de volgende fase.
  5. Reflectieve dialoog (30 minuten): De deelnemers nemen terug plaats in een cirkel en voeren een dialoog met elkaar over hun ervaringen tijdens de opstelling. De begeleider voedt dit gesprek door gerichte vragen te stellen: Wat viel je op tijdens deze oefening? Wat zag je gebeuren? Welke nieuwe inzichten leverde deze opstelling op? Opende deze opstelling ruimte om connectie te krijgen met elkaar? Hoe, hoe niet? …
Bronvermelding

Baur Viviane, Zorgethische opstellingen: het landschap van zorgverantwoordelijkheden aan den lijve ervaren, geraadpleegd op het internet via URL: https://www.zorgethiek.nu/zorgethische-opstellingen-het-landschap-van-zorgverantwoordelijkheden-aan-den-lijve-ervaren/

Baur Vivianne, Breed Marieke & Visse Merel, Embodying moral space: exploring a care ethical constellation tool for moral deliberation, in SAGE Open, Vol 12 (2022, nr. 2, 22 p.,gedownload van het internet via URL: https://journals.sagepub.com/doi/epub/10.1177/21582440221094603

Verkerk Marian, ‘Zorgethiek: naar een geografie van verantwoordelijkheden’ in Manschot Henk & Van Dartel Hans, In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk, Amsterdam: Boom, 2003, p. 177 – 190

Van Dartel Hans, ‘Twee zorgethische gespreksmethoden”, in Van Dartel Hans en Molenwijk Bert (red.), In gesprek blijven over goede zorg. Overlegmethoden voor moreel beraad, Amsterdam: Boom, 2014, p. 171 – 186

Noten
  • 1
    Deze methodiek valt niet onder de noemer “meer eenvoudige overlegvormen”: hij neemt 2, 3 uur in beslag. Maar ik meen dat hij ook niet valt onder de definitie van moreel beraad. Daarom breng ik hem onder bij de “Andere overlegvormen”
  • 2
    Verkerk Marian, ‘Zorgethiek: naar een geografie van verantwoordelijkheden’ in Manschot Henk & Van Dartel Hans, In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk, Amsterdam: Boom, 2003, p. 177 – 190
  • 3
    Baur Vivianne, Breed Marieke & Visse Merel, Embodying moral space: exploring a care ethical constellation tool for moral deliberation, in SAGE Open, Vol 12 (2022, nr. 2, 22 p.,gedownload van het internet via URL: https://journals.sagepub.com/doi/epub/10.1177/21582440221094603
  • 4
    idem p. 3