Methode in de kijker

WEPE is de ethische werkgroep van het Netwerk Verpleegkunde

Ethische overlegmethode in de kijker

Handelingsgerichte methodiekenIntroductieReflectieve methodieken
Methode in de kijker
CatalogusOrganisatie in de kijker
Klik op de links om door de digitale werktuigkist ethisch overleg te bladeren.
De versiegeschiedenis vind je via deze link.

Heracleitos

Inleiding

Interview

In onze “catalogus” hebben we een groot aantal methodieken verzameld. Het doel daarvan is om een zo breed mogelijk beeld te geven van de methodieken die in het ethisch overleg worden gebruikt. Maar een aantal van deze methodieken willen we grondiger onderzoeken. Daarom werd deze pagina “Methodiek in de kijker” gecreĆ«erd. Het is onze bedoeling om regelmatig een nieuwe methodiek onder de loep te nemen. Als eerste starten we met de “Heracleitos”.

De opbouw van deze pagina vertrekt vanuit een leestekst waarin we de methodiek grondig hebben geanalyseerd. We presenteren daarin het stappenplan en de theoretische achtergrond ervan. Deze tekst vind je in bijlage, samen met nog een aantal andere documenten die nuttig kunnen zijn bij de begeleiding van de methodiek. Verder vind je ook een verfilmd interview, waarin we een aantal ervaren gespreksleiders die met deze methode werken aan het woord laten.

Stappenplan

Stap 1. Beschrijving van de situatie


De aanbrenger vertelt wat er precies gebeurd is. Diens verhaal moet zo concreet weergeven hoe de situatie zich heeft voorgedaan in de tijd en op de plaats waar ze zich heeft afgespeeld. De deelnemers luisteren en krijgen de kans om een aantal verduidelijkende vragen te stellen. De gespreksleider bewaakt het proces. Het is essentieel dat er in deze fase alleen verduidelijkende vragen worden gesteld. Soms hebben de deelnemers de neiging om suggestieve vragen te stellen: vragen waarin al een antwoord verborgen is. (ā€œVind jij ook niet dat…?ā€; ā€œHeb je al eens geprobeerd om …?ā€; ā€œZou het niet kunnen dat …?ā€; …) Dit soort vragen is absoluut uit den boze: we moeten het oordeel uitstellen tot fase vier.

Stap 2. Inventaris

Er wordt een inventaris gemaakt van de gebeurtenissen aan de hand van de volgende vragen. Het is belangrijk dat dit op een objectieve manier gebeurt: interpretaties worden uitgesteld tot de latere fasen. In eerste instantie wordt in een methode van ethisch overleg altijd eerst het oordelen uitgesteld tot de situatie volledig helder is. Pas daarna kunnen we op een goede manier tot oordelen komen.

Wat?Wat is er gebeurd? (feiten) Geef zowel de objectieve als de subjectieve omschrijving (wat zijn de objectieve feiten en hoe hebben de betrokkenen deze aangevoeld, hoe zijn ze bij hen overgekomen?)
Wie?Wie was erbij betrokken? Noem de sleutelfiguren en de betrokken partijen. Hoe kijken zij naar de situatie?
Handeling?Wat hebben we gedaan om aan de situatie het hoofd te kunnen bieden?
Waarom?Waarom hebben we het zo gedaan?
Gevolgen?Wat waren de gevolgen van onze beslissing?
AchtergrondinformatiePersoonlijke achtergrond van de cliƫnt: levensvisie en overtuiging van de cliƫnt en zijn omgeving.

Is er iemand in wie de cliƫnt vertrouwen stelt? Is er iemand in de voorziening om bijzondere aandacht te besteden aan deze cliƫnt?
Gangbare zorgpraktijk in de organisatie.

Zorgvisie van individuele zorgverstrekkers.

Filosofie van de voorziening
Stap 3. Het uittekenen van de dilemma’s

Elke deelnemer geeft aan welke dilemma’s die in de situatie ziet. Deze worden tegenover elkaar op de verticale lijn in onderstaande figuur geplaatst. Onder de verticale lijn wordt aangegeven wie dit dilemma ervaart. Het gaat telkens om het dilemma van de betrokkenen: men kan enkel een dilemma formuleren voor zichzelf, niet voor een ander. Het is belangrijk dat in de dilemma’s waarden tegenover elkaar gezet worden. Vaak hebben de deelnemers het er moeilijk mee om het dilemma in termen van waarden te formuleren. Neem daar dan de tijd voor, stel bijkomende vragen: ā€œWelke waarde zit daar voor jou achter?ā€ Als een deelnemer daar niet in slaagt, kan je ook aan de anderen vragen om suggesties te doen.

De deelnemers geven elk de dilemma’s aan die zij in de casus ervaren. De aanbrenger komt als laatste aan bod en geeft ook diens ervaren dilemma’s aan.

Stap 4. Transformatie of “op zoek naar oplossingen”

In definitie van het begrip moreel beraad, wordt gesteld dat de casus in elk geval ƩƩn morele vraag bevat. Bij de heracleitosmethodiek wordt deze vraag pas geformuleerd in de fase van de oordeelsvorming. Bovendien wordt de morele vraag meteen geformuleerd als een transformatie van het gestelde probleem.

Een dilemma is een situatie met een of/of karakter: er zijn maar twee mogelijkheden. Aan beide mogelijkheden zitten negatieve consequenties. Bovendien heeft het een dwingend karakter: je moet een keuze maken. Zorg wordt vaak met dilemma’s geconfronteerd, omdat zorg nu eenmaal te maken heeft met het tragische in het leven en dus met onoplosbaarheid. Maar als zorgverleners mogen we uiteraard niet vervallen in een soort van fatalisme: hoe dan ook moeten we handelen.

Daarom moeten we de vastgestelde dilemma’s transformeren van een of-of situatie naar een en-en situatie. We moeten ze dus herformuleren. Dit kan best gebeuren in een vraagvorm. Bv. ā€œHoe kan ik tegemoetkomen aan de vraag van de cliĆ«nt en tegelijk mijn eigen waarden respecteren?ā€ Het antwoord op deze vragen moet een concrete oplossing bieden voor het gestelde probleem. Dit doen we volgens de volgende werkwijze.

  1. Neem ƩƩn na ƩƩn de dilemma’s over vanuit stap 3 en vervang jouw perspectief door dit van de cliĆ«nt. Elke deelnemer doet dat met de dilemma’s die die heeft geformuleerd.
  2. Formuleer onder de vraagvorm een zin waarin beide delen van het dilemma worden geĆÆntegreerd, niet meer onder of-of vorm, maar wel onder en-en vorm.
  3. Indien je daarbij vanuit het patiƫntenperspectief leert denken, zal je zelf opmerken dat beide delen van het dilemma elkaar niet hoeven uit te sluiten, wel integendeel.

Ook in deze stap doen alle deelnemers ƩƩn voor een hun voorstel om de situatie te veranderen, de aanbrenger komt als laatste aan bod. Iedereen formuleert diens vraag en geeft daarna diens voorstel voor oplossing.

Omdat het over dilemma’s gaat, is de oplossing nooit voor de hand liggend: er is altijd schade, welke oplossing men ook kiest. Het gaat dus om moeizaam zoeken naar die uitweg die zo weinig mogelijk schade met zich meebrengt. Dit zoeken naar oplossingen moet dus met de grootst mogelijke zorg gebeuren. Daarom is het zo belangrijk dat de deelnemers zich proberen te verplaatsen in de positie van de cliĆ«nt.

Stap 5. Evaluatie van het resultaat of het toetsen of de oplossingen goed zitten

De laatste stap in de methodiek is de evaluatie. Daarbij staan we stil bij de voorgaande stappen en stellen ons in de eerste plaats de vraag of de oplossing die we gevonden hebben, iets nieuws toevoegt aan de stand van zaken in de werkelijkheid. We hadden te maken met een situatie die ongewenst was. Als we daar uit willen geraken, moeten we nieuwe perspectieven toevoegen aan de oude situatie. Als we daar niet in slagen, dan dreigt de situatie vast te lopen. Het is dus belangrijk om na te gaan of onze oplossing wezenlijk nieuw is.

Een tweede belangrijke vraag is of onze oplossing alle betrokkenen ondersteunt. Gaat het om een win-win situatie voor iedereen, of zijn er partijen die nadeel ondervinden. Als dat onvermijdelijk is, dan is het de vraag of het nadeel gelijk verdeeld is over alle betrokkenen.

Een derde en laatste vraag is of de gevonden oplossingen veralgemeend kunnen worden naar andere situaties en zo ja naar welke? Kunnen we bijgevolg uit de gevonden oplossingen aanzetten vinden tot meer algemene richtlijnen? Dit laatste is zeker belangrijk, omdat de Heracleitosmetodiek kan gezien worden als een vorm van actieleren. Daar zullen we later in deze tekst verder op ingaan. De Bree en Veening spreken in dat verband over de 70%-regel: ā€œ70% van alle beraden op een afdeling gaan over steeds dezelfde vier of vijf thema’sā€1. Er is dus in moreel beraad heel wat te leren dat we kunnen meenemen naar andere casussen waarmee we worden geconfronteerd.

Theoretische achtergrond

De naam van deze methodiek verwijst naar Heracleitos, een presocratische filosoof die leefde van ca. 540 – 480 voor Christus. Hij wordt gezien als de vader van de procesfilosofie. Deze methodiek is namelijk gebaseerd op drie onderliggende theoriĆ«n: procesfilosofie, action learning en ideal role taking. In zekere zin vormen deze drie theorieĆ«n een basis voor elke vorm van ethisch overleg. Zorgen is in de eerste plaats een praktijk. Daarom wordt in deze internetpagina in de eerste plaats de praktijk van de methodiek beschreven. Wie dieper wil ingaan op de theoretische achtergrond, kan deze vinden in de leestekst die bij deze pagina hoort.

Documenten

Bij deze webpagina horen de volgende documenten

  1. De Bree Menno & Veening Eite (2021), Handleiding moreel beraad. Praktische gids voor zorgprofessionals, Assen: Kon. Van Gorcum, 3de herz. dr., p. 22-23